Inleiding
Na de aanslagen in New York, Madrid, Londen en Amsterdam maken terrorisme, extremisme en radicalisering wezenlijk onderdeel uit van het veiligheidsdebat in Nederland; ‘De wereld is dichtbij gekomen’. Nederland spant zich in om radicaliseringstendensen tegen te houden. Desondanks lijken gerichte positieve activiteiten te worden overschaduwd door onvoorspelbare incidenten en ongewenste politieke bewegingen. Multi-etnische spanningen in wijken, confrontaties met Nederlandse jongeren van Marokkaanse afkomst en de maatschappelijke onvrede daarover nemen in de beleving van burgers toe. De politie heeft er een probleem bij!
Maatschappelijke ontwikkelingen als de multiculturele samenleving, radicalisering en globalisering zorgen voor een toenemende complexiteit en turbulentie in lokale praktijken van professionele dienstverleners zoals die van wijkagenten. Met veel meer zaken moet tegelijk rekening worden gehouden. ‘Alles lijkt met alles’ samen te hangen. Politiemensen hebben in toenemende mate te maken met ‘multiproblemen’, waarin traditionele anapakken niet meer toereikend blijken te zijn. Het gezag is niet meer wat het was.
De beleving van werkdruk op de werkvloer neemt toe. Maar welke betekenis moet aan deze werkdruk worden toegekend. In mijn opvatting is het politiwerk vooral moeilijker geworden. In toenemende mate is bijvoorbeeld sprake van een wisselwerking en dynamiek tussen veiligheidspartners, (deel)gemeente(n), strategische partners, wijkbewoners, partners in toezicht en de media. Ze beïnvloeden en vinden elkaar over en weer in het serieuze ‘spel’ om veiligheid. Overheidsgezag moet worden teruggewonnen, maar tegelijkertijd lijkt imagoschade minder vertrouwen op te leveren. De legitimiteit van de politie in veelkleurige wijken staat ter discussie wanneer burgers de ‘Nederlandse politie’ niet meer als hun politie beschouwen? Leren omgaan met complexe lokale veiligheidsproblemen vraagt steeds meer van politiemensen.
Professionaliteit
Organisaties noemen zich steeds vaker professionele organisaties. Politieprofessionals, zoals wijkagenten (en hun ledinggevenden), staan voor de lastige opgave de komende jaren vorm en inhoud te geven aan gemeenschappelijke veiligheidszorg. De politie beoogt immers een maatschappelijke inbedding in de samenleving. Het concept van gebiedsgebonden werken is het middel waarmee zij dat wil bereiken. Dit concept gaat uit van de gedachte dat repressie en handhaving niet de enige remedie is in de aanpak van criminaliteit en overlast. Voor het bereiken van duurzame veiligheid zijn juist samenwerking en effectieve relaties met burgers van belang. Daarmee beoogt de politie aansluiting te vinden bij wat leeft en speelt in buurten. Door te kennen en gekend te worden levert zij een bijdrage aan leefbaarheid en veiligheid. De context waarin aan deze opgave moet worden voldaan, is de afgelopen jaren veranderd. De complexiteit van het politiewerk is met de ‘multiculturalisering’ van de samenleving toegenomen. Die multiculturele samenleving is daarom het decor van Gekleurd Blauw. In de periode 2002 - 2005 onderzocht ik samen met ongeveer 40 buurtagenten van politiedistrict Centrum het politiewerk in de wijk. Dit leverde heel veel politieverhalen en observaties op. In dialoog met buurtagenten leverde een analyse van deze verhalen 5 verhaallijnen op. Deze patronen zijn later verbonden aan vijf kleuren. Met dit vijf-perspectievenmodel op politievakmanschap wordt een aanzet te geven tot het nadenken en reflecteren op politiepraktijken.
Perspectieven op vakmanschap

De blauwe professional is gericht op handhaving en normstelling (repressie). Veel politiemensen zijn blauw. Dat is niet vreemd, want zo zijn ze in hun opleiding en werk geconditioneerd. De centrale gedachte van blauwe vakmensen is dat (alleen) door repressie en targets complexe veiligheidsvraagstukken te beheersen en te controleren zijn. Van de onderzochte buurtagenten vertelde ongeveer 55% voornamelijk blauwe verhalen over hun aanpak in de wijk (dominant blauw).

In rood vakmanschap ligt het accent op het opbouwen van relaties met burgers, veelplegers, partners. Ze zijn oprecht geïnteresseerd in mensen en tonen respect. Vertrouwen in de buurt genereert vertrouwen in de politie is hun gedachte. De centrale gedachte is dat door duurzame contacten relevante informatie verkregen wordt. Een voorbeeld is de functionele buurtagent die in verschillende districten permanent wordt ingezet om de informatiepositie te versterken in wijken met veel Antillianen. 15% van de buurtagenten bleek dominant rood en focuste zich in het werk op het runnen van informanten en het onderhouden van contacten met sleutelfiguren.

Groene professionals richten zich op het organiseren en ontwikkelen van sociale redzaamheid en toezichtmodellen met andere toezichthoudende partners. Zij focussen zich op het ontwikkelen en faciliteren van het lerende vermogen van burgers zelf in het veiligheidsvraagstuk. De aandacht in hun werk ligt op sociale controle en toezicht al dan niet in samenwerking met andere toezichthoudende partners. Denk hierbij aan het type buurtagent of leidinggevende die zich voornamelijk met buurtpreventie bezighouden. Bij 5% van de buurtagenten bleek dat het geval.

Gele types besteden veel tijd aan deelname in lokale netwerken en allianties met overheidsdiensten en partners. Deze professionals kunnen omgaan met verschillende belangen, macht en zijn gericht op het gemeenschappelijk belang. Het zijn de buurtagenten die altijd ‘in vergadering zitten’ en het ‘spel’ met verschillende partijen weten te spelen. 25% van de buurtagenten vertelde voornamelijk over hun netwerkervaringen en zagen dit als het belangrijkste aspect van hun werk.

In wit vakmanschap gaat het over de (gerichte) toepassing van communicatiestrategieen in het beïnvloeden van percepties en verwachtingen van burgers over veiligheid en het imago van de politie. De focus van deze politiemensen ligt op het belang van politie-imago en publiekstevredenheid. Deze buurtagenten zijn vaak de ‘sprekers’ tijdens wijktafels. Zij beseffen dat veiligheid een voortdurend en subjectief proces is, waarin het gaat om het beïnvloeden van betekenisgeving in dagelijkse contacten. Veiligheid en imago is niet te ‘maken’, maar komt tot stand in sociale interactie. Slechts 1 buurtagent was hier voornamelijk mee bezig.
Vijf betekenissen Gekleurd Blauw:
Betekenis 1: De samenleving roept om ‘meer blauw op straat’ om de toenemende criminaliteit en overlast het hoofd bieden. Blauw is een dominante factor in de samenleving. Tegelijkertijd is de politie een afspiegeling van de samenleving. ‘Blauwe dienders’ hebben eigen routines en houden er eigen opvattingen en denkbeelden op na in het omgaan met die veelkleurige samenleving. Vooroordelen en neutraliteit staan op gespannen voet met elkaar. We kunnen daarom spreken van gekleurd blauw.
Betekenis 2: In de tweede plaats houdt kleur verband met de multiculturele samenleving zelf. Die samenleving is niet grijs, maar bestaat in toenemende mate uit verschillende kleuren. Die veelkleurigheid zorgt voor diversiteit en verschillende belevingen over veiligheid en leefbaarheid. Kleuren vloeien in elkaar over en kunnen met elkaar contrasteren. Sommige kleuren zijn dominant op ‘het schildersdoek van de werkelijkheid’. Gemeenschappelijke veiligheidszorg is daarom in toenemende mate multiculturele veiligheidszorg!
Betekenis 3: In de derde plaats worden kleuren toegepast in een ordenings- of denkmodel ten behoeve van professionalisering van het vak. Van professionals wordt verwacht dat zij in hun handelingsrepertoire kunnen 'schakelen' afhankelijk van de ‘situationele logica’ van een probleemgebied. Het denkmodel biedt politiemensen houvast in het denken over het vak. Blauw vakmanschap wordt geplaatst naast geel, rood, wit en groen vakmanschap. ‘Blauw vakmanschap’ komt daarmee in balans met andere ‘passende’ en daarmee effectieve politiepraktijken.
Betekenis 4: Het hanteren van 5 perspectieven geeft een ordening in de veelheid van concepten die de laatste jaren zijn ontwikkeld. 'Je ziet soms door de bomen het bos niet meer', aldus een wijkagent. Onder elke kleur hangt een lijst van literatuur en concepten die verbonden is met het denkpatroon in die kleur. Daarom biedt het model mogelijkheden voor ‘een goed verhaal’ over politievakmanschap. Dat is nodig voor ‘professionals to be’ om een eigen beroepsgroep te ontwikkelen.
Betekenis 5: Het uitgangspunt is dat vakmanschap in gebiedsgebonden werken niet alleen bestaat uit blauw repressief werk, maar ook te duiden is in andere relevante kleuren. Professioneel politiewerk gaat immers over maatwerk: het mixen van kleuren toegesneden op de specifieke setting van de buurt of het probleem. De kleuren zijn een hulpmiddel en vooral een houvast voor chefs wijkteam en buurtagenten om te reflecteren op het vak. 'Reflective practitioners' zijn in staat uit te groeien naar all round buurtagenten en experts in het vak.
In 2009 heeft OrgComm Utrecht in samenwerking met SIOO (Vereniging Organisatieadviseurs Nederland) onderzoek gedaan naar de toepassing van de interactieve verandermethode in de ontwikkeling van Gekleurd Blauw. De ervaringen zijn opgenomen in het boek Veranderkunde met bijdragen van Jaap Boonstra en Wim Elving. De methode wordt vergeleken met andere verandermethodes in 9 organisaties in Nederland.

Leeswijzer
In de verschillende hoofdstukken concretiseer ik de 5 perspectieven. In het hoofdstuk voor 'all rounders' worden de kleuren situationeel toegepast en gemixt in de aanpak van onveiligheid (praktijkprofessionaliteit). In het hoofdstuk voor experts voeg ik elementen van macht en invloed toe. Van experts wordt in toenemende mate gevraagd dat zij politiek kunnen bedrijven. Deze politieke professionaliteit representeer ik in de kleur zwart. Elk hoofdstuk wordt geillustreerd met foto's en citaten van buurtagenten 'in action'.
Leuk om het te lezen,
BeantwoordenVerwijderenZag me zelf vooral in Rood perspectief: 'de informatiemakelaar'.
Groet
Cem Sarikaya